WIE SCHRIJFT...
Ted Polet
SCHEEPVAARTBERICHTEN
3 - Oostkerk, 500 mijl W van Luanda
Bij de Canarische Eilanden kregen we wind mee en werd het aan dek steeds warmer. Een daggemiddelde voor het oude schip was ongeveer 400 mijl. De dagen sleepten zich voort op zee, waar iedereen een vaste routine kreeg. Onderdeel van mijn taken was het dagelijks opnemen van de temperatuur in de ruimen, daarna om 9 uur een zonswaarneming doen en rond de middag een 'middaghoogte' bepalen, waarmee op eenvoudige wijze de geografische breedte wordt bepaald. In de tussenliggende tijd was er ruimte voor studeren. 's Middags ofwel wachtlopen bij de 2e stuurman, ofwel met de bemanning werken aan dek.
In de loop van de reis, als de brandstoftanks in de dubbele bodem worden leeggestookt, gaat het schip rustiger liggen doordat de stabiliteit afneemt. Hadden we in de Golf van Biskaje nog een slingertijd van 8 seconden, nu was dat opgelopen tot het dubbele, wat het leven aanzienlijk veraangenaamt. Tijdens de reis naar het zuiden zagen we een potvis, dolfijnen en, dichter bij de equator, vliegende vissen, die bij harde wind weleens aan dek belandden.
Lintwormen en scheepskost
Van leerling-stuurlui werd in die tijd gezegd dat ze twee lintwormen hadden, die zes op, zes af liepen. In ieder geval pasten na korte tijd mijn uniformshorts niet meer, echter dat kan ook gelegen hebben aan de Chinese wasbaas aan boord, die altijd op 90 graden waste. Scheepskost is vreemd spul, zo aten we soep met vlampijpen, Tom Okker-steak en handgranaat met camouflagenetten (soep met macaronipijpjes, een te hard gebraden gehaktbal en een slavink met spinazie).
Wij ronden Afrika
Tijdens de sluiting van het Suezkanaal, waardoor we rond Afrika moesten varen, kregen we bij Kaapstad op zee post en verse proviand, dat langszij werd gebracht met een door het plaatselijke agentschap gecharterde vissersboot. Kaapstad liepen wij helaas 's nachts aan, dus er was niets van te zien dan een hoop licht in de verte. Pas de volgende ochtend zag ik een streepje kust. Ik heb er een slechte foto van; de bergpunt moet Kaap Hangklip zijn geweest, ten oosten van Kaapstad. Volgens mijn brieven kregen we twee dagen later op weg naar Straat Mozambique harde wind op de kop; als ik mij goed herinner is de bovenste foto daar gemaakt. Ik schreef toen ook dat elke verandering van beweging in het schip ons katterig en suf maakte.
Middel tegen zeeziekte
Zeeziekte was na enige tijd acclimatiseren aan boord een weinig voorkomend euvel, hoewel de 4e werktuigkundige er behoorlijk gevoelig voor was en bij elke verandering in beweging van het schip asgrauw werd. Die had dus het verkeerde beroep gekozen. Een probaat middel? Stuk spek aan een touwtje inslikken en dan terugtrekken.
Klik op de rechter pijl voor het volgende deel van dit verhaal.
Boeken Schrijven Uitgeven Biografie Zeilen Zeevaart Home