Ted Polet boeken

WIE SCHRIJFT...

Ted Polet

SCHEEPVAARTBERICHTEN

3 - Nasi met storm

Na het leeglossen op de rede van Dammam gingen we bunkeren bij Ra's Tannurah en vervolgens voeren we de halve wereld rond naar Newcastle aan de zuidoostkust van Australië. Daar zouden we een lading staal aan boord krijgen bestemd voor Aqaba in de Rode Zee. Tegen de tijd dat we aankwamen in Newcastle hadden we al drie maanden geen vaste wal onder de voeten gehad, en ik herinner mij dat ik door het onkruid op een stuk braakliggend terrein bij de haven slofte, alleen vanwege de geur van onkruid die mij om één of andere reden bijzonder opviel. In Newcastle laadden we ruw staal langszij een groot hoogovenbedrijf, nadat de Aussies eerst 'oudemannentrappen' hadden gelast in de bulkruimen; dat moest van de oppermachtige 'union'.

Vanuit Newcastle gingen we terug naar de Rode Zee, helaas bezuiden Australië om in plaats van om de noord wat mij veel leuker leek. Op eerste Pinksterdag 1976, vlak na de doortocht door de Bass Strait kregen we een zware zuidwesterstorm, windkracht 10, op de kop. De lading staal lag onderin het schip op de tanktop, en het schip slingerde met zijn 35000 ton 25 graden over elke zijde, in 8 seconden heen en weer alsof we een visserman waren. De gyro stond bij deze boot op de brug, en hij kon het geslinger zo hoog boven water niet meer bijbenen. Het tolhuis hing op één oor te zoemen en we moesten hem uitzetten. We moesten dus magnetisch sturen.

We kregen diverse klappen water over de bak en aan dek en minderden vaart om schade te voorkomen. Toen we in dat stormweer ter gelegenheid van Pinksteren aan de feestelijke rijsttafel zaten en de borden en schalen alle kanten uit gleden, liet de ouwe plotseling een knoop, sprong op en kondigde aan dat hij eerst koers ging veranderen zodat we tenminste rustig konden eten zonder ons met handen en voeten vast te houden. Het was ook niet echt leuk meer. Dit was het slechtste weer dat ik ooit heb meegemaakt, en toen ik 's avonds om 20:00 de wacht overnam van de eerste stuurman kon ik niet over de golftoppen heen kijken ondanks het feit dat de brug 13 meter boven water was.

Aflossing!

Zodra we in de Indische Oceaan waren knapte het weer aardig op en hadden we een rustige passage door de tropen. Afgezien van een geintje met de zuidwest-moesson vlak voor de Rode Zee, en het aanlopen van het toenmalige Russische marinebolwerk Aden als bunkerhaven, was de rest van de reis zonder veel bijzonderheden. Na een week heen en weer drijven voor Aqaba (Jordanië) kwam mijn aflosser, vier weken na het vertrek uit Australië, en toen ik naar huis vloog was ik bijna zeven maanden aan boord geweest. Toen ik in het vliegtuig stapte in Aqaba zaten er zo'n twintig treinmodellen in mijn koffer, die ik allemaal op deze reis had gebouwd, zoveel tijd had ik gehad. De Arabische veiligheidsagent op het vliegveld wist niet wat hij zag. Hij inspecteerde de zaak ernstig, glimlachte vervolgens en beduidde dat ik verder mocht. Kennelijk was ik wel gek, maar niet gevaarlijk...

Klik op de rechter pijl voor het volgende deel van dit verhaal.

     

Boeken   Schrijven   Uitgeven   Biografie   Zeilen   Zeevaart   Home